Zij was begonnen, niet ik

Zij was begonnen, niet ik

Eerlijk is eerlijk, zij was begonnen niet ik. Eén keer is toeval, twee keer begint op een gewoonte te lijken, drie keer is een patroon. Dit was de derde keer en ik begon het patroon aardig beu te worden. Tot nu toe had ik me, in de grootst mogelijke sereniteit gehuld, door de stad begeven. Ik had niet voorgedrongen bij de bus, was niet op de invalideplek gaan zitten en had zelfs geen middelvinger opgestoken naar de motorrijder die mij en mijn buurvrouw bijna van het zebrapad afreed. Nee, ik was de mij typerende kalmte zelf gebleven. Tot nu.

Na een schitterende wandeling door het dorpsaandoende deel van London had ik besloten om met de fiets naar mijn volgende bestemming te gaan. Dat klinkt spectaculairder dan het is. In Londen loopt een heel mooi afgeschermd fietspad van oost naar west en gelukkig ook weer terug. In deze stad is op de fiets, op spitsuur bijna de snelste manier om van A naar B te komen. Van de auto's heb je veel minder last dan van de rondhopsende toeristen die het woord fiets niet in hun collectieve geheugen hebben zitten en levensmoe voor die fiets springen. Het liefst achteruit en selfies makend.

Maar er zijn een paar stukjes waar auto's en fietsers het wegdek moeten delen. Ook hier in Londen, mag je als fietser vooraan gaan staan in een apart vak. Een heel gezonde oplossing, want anders adem je toch al snel de gassen van een heel pakje sigaretten naar binnen. Je kunt dat vak bereiken via een smal stukje weg, in dit geval aan de linkse kant van de auto. Passen en meten dus en daar ging het mis. Zij zette haar auto zo neer dat ik als fietser er niet langs kon en heerlijk mee kon ademen met haar uitlaatgassen.

Zoals ik al zei, één keer kan, twee keer....hmmmm, drie keer ...een patroon dat ik beu was. Of ze wist wat ze deed, geen idee, ik wist het wel, wat ik deed.

De vierde keer wurmde ik mijn fiets over de stoep naar het vak en ging daar mooi in het midden staan. Het licht ging van oranje naar groen en oeps.... een schakelfout....Jezus... nóg één! Ik straalde een en al onderdanigheid, hulpeloosheid en verontschuldiging uit. Ik draaide, met veel schouderophalen, mijn fiets en liep kromgebogen naar het trottoir.

Het stoplicht was weer rood geworden, ze stond in haar auto nog steeds op dezelfde plek. Haar reactie heb ik niet bekeken toen ik even later kaarsrechtop, een en al zelfvertrouwen en ongenaakbaarheid uitstralend, voor haar neus over het zebrapad en netjes mijn hand uitstekend voorbijfietste. Het patroon was doorbroken, mijn serene gevoel kwam weer terug, zij was begonnen, niet ik!


© 2021 Vera Frieling Alle rechten voorbehouden. Copyright Vera Frieling
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.