Verhaal 134 Wind

Mijnheer Jack zit naar buiten te kijken het waait, gisteren op het strand waaide het ook al zo hard dat je bijna uit je jas geblazen werd dat was geinig. Maar het is eigenlijk best vreemd dat je wind niet kunt zien want wat is wind eigenlijk.

Wind

Heer Jack zit naar buiten te kijken
De blaadjes vliegen van de bomen
Ze worden door de wind
Een heel eind meegenomen
De container die op de stoep te wachten staat
Is al met veel gekletter omgewaaid

Opa, vraagt Heer Jack wat is eigenlijk wind
Je kunt het niet zien maar het wel voelen
Het zit soms in mijn haar te woelen
Gisteren op het strand
Blies hij ons heel hard zomaar naar één kant
Soms ruikt de wind naar zee
Of naar erwtensoep of koeienpoep
Ik hoop dat u mijn vraag niet te lastig vindt

Maar Opa, wat is in hemelsnaam wind
Mijnheer Jack, zegt Opa dat is een serieuze vraag
Die beantwoord ik natuurlijk graag
Ik zal eens kijken wat ik op het internet vind
Kijk hier staat bewegende lucht noem je wind

Ineens laat Broertje Tim een scheetje
Ja grinnikt Opa mijn lieve kind
Ook dat is bewegende lucht dus wind
Dat doen je billen
Als ze jou een beetje dollen willen
Want voordat je het weet
Roept iedereen, Broertje Tim die liet een scheet
En dan begint de scheetkeet

Opa pakt een zak ballonnen
Hij is al met het opblazen begonnen
Dan doet Opa iets vreemds
En nu laat de ballon ineens een scheet

Jongens grijpt Oma in
In scheetkeet heb ik niet zoveel zin
Ga maar lekker buiten spelen met de wind
Zoek of je ergens stiekem verstopte wind vindt

Na een tijdje komen ze binnengestapt
Oma, glundert Broertje Tim opgewonden
We hebben verstopte wind gevonden
Maar nu is die wind weer blij
Want wij lieten de wind vrij

Oma, vraagt Heer Krekel
Heeft u voor ons nog een lekker kopje thee
En misschien een lekker koekje
Dan zijn we helemaal tevree

Op dat moment horen ze overal in de straat
Dat zoveel kattenkwaad nog bestaat
Alle fietsbanden zijn slap
Wat is dit voor een flauwe grap

Opa kijkt het stelletje boefjes onderzoekend aan
Jongens hebben jullie dit gedaan
Hebben jullie de lucht uit de banden laten gaan
Zodat nu alle fietsen in de hele straat
Met platte banden zijn komen te staan

Ja Opa, vertellen ze zonder blikken of blozen
We hadden gezocht in blikken en dozen
Maar u moet ons geloven
De wind had zich in de banden verstopt

En toen wij vroegen wil je eruit
Vertrok de wind met vrolijk gefluit
Wat fijn zei hij nog want jullie moeten weten
Ik heb al lang genoeg in de band gezeten

Opa loopt zuchtend naar de schuur
Ja lacht Oma die de les ook heeft gesnapt
Een zuchtje Opa dat is de wind
Die aan je longen is ontsnapt

Hij pakt de fietspomp uit de hoek
Kom Boefjes dit wordt andere koek
En ze zorgen dat in de hele straat
De wind weer in alle banden gaat

Iedereen is trots op Het Klein Gespuis
Dat ze dit voor hen hebben gedaan
Maar de grote vraag blijft bestaan
Welke stouterd heeft nu in hemelsnaam
Alle lucht uit de banden laten gaan 

Verhaal 135 Eendje rijden

Op de dijk rijdt een stoet eendjes voorbij. Opa zou zo graag nog eens in een eendje rijden. Papa kent iemand met zo'n waggelauto en zo bezorgen ze Opa een grote verrassing.

Eendje rijden

Kijk jongens wijst Opa peinzend aan
Zien jullie daar die eendjes gaan
Maar Opa, zegt Heer Jack bedeesd
Een eend is toch geen auto
Een eend is toch een beest

Lieve Jack het klinkt wel vreemd
Maar we noemen dat echt een eend
Dat is omdat ze zo waggelen
Daar kun je echt niet hard mee kachelen
Dan hobbel je over de weg
Of je belandt ergens in de heg

Ach peinst Opa verder
Toen waren we nog jong
Oma en ik kenden elkaar
Misschien nog maar net een jaar
Ik had een brandweerwagen rode
Die heette ook Mooierooie

Achter op de kofferbak
Zat zo'n stickertje geplakt
Dat was mode in die tijd
Je raakte zo je auto nooit echt kwijt
Je zag meteen die, die is van mij
Opa's ogen stralen blij

Opa tot morgen zegt Mijnheer Jack
Kom Krekel Tim we moeten nog iets doen
En Opa denkt wat is er hier niet pluis
Waarom staat Het Klein Gespuis
Opgewonden smiespelend bij elkaar
Welke plannen smeden zij daar

Mijnheer Krekel, fluistert Mijnheer Jack
U mag echt niets zeggen
We moeten eerst met papa overleggen
Dus Heer Krekel grote kwebbelkont
Houd nog eventjes uw mond
Zelfs bij Oma bij een kopje thee
Weet u van niets en zegt u nee

Papa, vraagt Mijnheer Jack
Mag Opa een keertje rijden
In de waggelauto van uw vriend
Opa heeft dat wel verdiend
We willen hem verrassen
Hij maakt altijd alles heel
En we slopen soms best veel

Papa zegt, wat een super goed idee
Natuurlijk help ik jullie mee
Ik bel nu snel mijn vriend
Want Opa heeft dit echt verdiend

De volgende morgen staat voor Opa's deur
Een waggeleendje in een rode kleur
Zelfs aan het stickertje op de bak
Heeft Het Klein Gespuis gedacht

Ze rijden de hele dag holderdebolder
Over dijken en door de polder
Ze zwaaien allemaal blij
Naar de koeien in de wei
Naar de vogels in de lucht
Opa toetert naar Vrouwe Meisje
Ze stapt in en verder gaat het reisje

Opa lijkt en kijkt weer jong
Hij zingt liedjes achter het stuur
En dat de auto super waggelt
Ach dat went wel op den duur

Ze krijgen allemaal een kus
Ach zucht Opa, Oma wat was het fijn
Om met Mooierooie twee
En ons Klein Gespuis op reis te zijn

Zeker knikt Heer Krekel
Opa u hebt dit dik verdiend
En vraagt hij tussen twee koekjes door
Het is maar een klein klusje hoor
Maar Opa hebt u morgen even tijd
Want mijn stoeltje is een pootje kwijt