Twee pubers

Reality check

Ik had mijn wandeling even onderbroken om mijn jas uit te trekken. Om dat veilig te doen stond ik minstens twee meter in de berm. Twee puberjongens, de ene met lichtgevend rood haar en de andere donkerder getint, kwamen mij tegemoet fietsen, netjes op een geschatte 1,5 meter. 'Denk je dat ze vanavond op de persconferentie gaan zeggen dat we weer naar school moeten?' vroeg de ene aan de ander. 'Ik denk het niet,' zei de ander. 'Ik ook niet,' antwoordde de vraagsteller, 'er zijn al genoeg mensen dood.'

Die laatste zin heeft de hele weg die ik nog wilde wandelen in mijn hoofd gezeten maar ook die twee pubers, gewone doorsnee pubers, die in drie zinnen een zeer volwassen conclusie trokken 'er zijn al genoeg mensen dood.'


Wimke van de snackbar op mijn route langs de dijk

'Kijk mevrouw, ik heb er nog zó een.' 'Ach, 'zei ik, 'een Nokkia.' En met dat antwoord was onze band gesmeed, ik had de telefoon uit voorbije jaren herkend. Op mijn fietstocht langs de dijk was ik bij 'Wimke' aangekomen en mijn hele lijf brulde 'Friet met, friet met. Na al dat gezonde eten dat je in mij hebt gepropt wil ik Friet met en een kroket,' voegde mijn lijf er overmoedig geworden aan toe. Die kroket heb ik er snel uitonderhandeld met de toverzinnetjes 'Geen kiloknaller worden en Vera de plofkip.'

Er was niemand bij Wimke binnen, de snackbar aan mijn route langs de dijk, dus ik kon aan het verzoek van mijn lijf voldoen. De friet met en een blikje cola werden besteld en in tegenstelling tot overal kon je hier alleen met ouderwets geld betalen. Heel slim van Wimke, want het wisselgeld ging met mijn goedkeuren de fooienpot in.

'Kijk mevrouw,' en Wimke duwde voor de derde keer op de mayonaise pomp,' iedereen vond mij altijd gruwelijk ouwverwetst.' Hij ging over op het dialect en dat was naast drie keer mayonaise pompen een teken van vertrouwdheid. 'Menne auto is acht jaar oud en al mèn vrienden rije in zo'n dure bak, op afbetaling en nou maar piepe dat ze het nie meer kunnen betaole. En die van mèn (daarmee bedoelde hij zijn volwassen meestal vrouwelijke kinderen, inclusief echtgenote) die wille brunche of lunche en ge kunt et zo gek nie verzinne en ja da ga nou nie, en dan worden ze chagrijnig. Ik hè het huis van ons moeder gekocht, niks nie nieuwbouw en steeds grotter en die (hij bedoelde ons moeder) het nog veule jaren bij ons gewohnt en da wahr gezellig, zo ouwverwetst gezellig.'

Hij had een stoel voor mij schoongemaakt, want onze band was nog extra verstevigd door de mededeling dat mijn auto 12 jaar oud was, en hij was op driemaal de RIVM afstand gaan zitten. 'Ik ben gewoon open en of ik wa verkoop dat zie ik wel, het is ook gesellig om in disse tijd effe mè de mense te praoten. Straks komt er een veur un kroket, wij doen niet zo aan al da te modern grei, en dan buurt ik weer wijer. '

De telefoon ging en Wimke verdween weer achter zijn toonbank. 'Hetzelfde als gister?' vroeg hij en aangezien hij niets opschreef, neem ik aan dat dat zo was. 'Tot over vijf minuten,' zei hij. Dat was voor mij het signaal om weg te gaan., want ik mocht blijven zitten zolang er niemand extra in de zaak kwam, had hij gezegd. Na eerst de stoel en daarna mijn handen nog eens goed ontsmet te hebben, zei ik goedendag. 'Witte mevrouw, ik hoop dat da ouwverwetst gezellige wel een bietje blijft als di allemal over is.' 'Dat hoop ik ook,' zei ik, 'dan wordt de nieuwe tijd toch een stukkie ouwverwetst gezelliger!'

Ik liep naar mijn fiets, stapte op en trapte aon. Een eind verder fietste een gezin en de jongste had duidelijk al enige kilometers zin in een ijsje. 'Wimke is open,' riep ik en daarmee verhoogde ik Wimkes dagomzet aanzienlijk. Ja Wimke, voor wat hoort wat, ik een verhaal en jij minimaal vier ijsjes meer verkocht vandaag, gewoon ouwverwets voor elkaar zorgen toch?


Vroeger

Ik stond net een slokje water te drinken, toen de wandelaar aan de overkant van de weg stopte. Het was zo'n topfitte opa die per dag met gemak 20 km weg loopt of wegloopt ik ken zijn thuissituatie niet. 'Goedemorgen mevrouw, lekker rustig nog hè.' Na deze standaardopening raakten we aan de praat.

Ik had mijn fietshelm afgezet, want deze stop ging iets langer duren dan gepland maar ja tegenwoordig hebben we tijd genoeg. Na het gebruikelijke stressniveau verlagende gemopper op de droogte en de mensen die nog steeds geen 1,5 meter afstand konden of wilden houden zei hij ineens: "Mijn kleinkinderen zouden nu zeggen, ja opa dat weten we onderhand wel, ja ja vroeger was alles beter." "Weet u mevrouw, dat geldt ineens, binnen zes weken, voor ons allemaal! Niet alleen meer voor ons oude mensen (dat 'ons oude' liet ik maar even schieten) het geldt nu ook voor hen!" Ja, hier kun je alleen met een instemmend gebrom op reageren en dat deed ik ook. 'En,' vervolgde hij,' ze moeten ook nog leren dat vroeger voor hen alles misschien wel beter was maar dat dat nog niet betekent dat het allemaal goed was.' Voor de tweede keer bromde ik mijn instemmend gebrom.

Zijn drinkpauze zat er op en met een 'blijf gezond' namen we afscheid van elkaar. Ja inderdaad vroeger was het misschien wel beter maar het was zeker niet allemaal goed. Maar toch geef mij vroeger, het liefst vandaag nog terug.


© 2021 Vera Frieling Alle rechten voorbehouden. Copyright Vera Frieling
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.