Verhaal 21 Regendag

De hele dag heeft het al heel hard geregend. Dat is even wennen want nu kan niemand buiten spelen terwijl dat nu juist zo leuk is. Oma doet ook gezellig mee.

Regendag

Het regent, het regent
De pannen worden nat
Jack en Tim en Krekel
Die vallen op hun gat

Oma zingt wat in de keuken
Om de boel wat op te leuken
Niemand kan naar buiten
Zelfs vogels hoor je niet fluiten

Jack zit voor het raam
Hier vindt hij echt niets aan
Hij zucht en zucht en zucht
Kijkt naar de grijze lucht

Al uren heeft Heer Jack
Zijn jas en laarzen aan
Zodat hij als het droog is
Naar buiten toe kan gaan

Op straat daar moet je zijn
Daar zijn plassen groot en klein
Maar oma zegt het regent hard
Het is beter dat je wacht

Uite.. uite, roept Broertje Tim
Kijkt Oma heel lief aan
Want ook kleine Broertje Tim
Wil buiten spelen gaan

Eindelijk zegt Oma
Heeft iedereen zijn laarzen aan
Naar buiten met jullie twee
En neem ook Krekel mee

Ze spetteren in de plassen
Hun laarzen lopen vol
Maar dat mag niets deren
Ze hebben de grootste lol

Oma komt eens kijken
In haar regenjas
En na even denken
Stampt ze in een plas

Het regent, het regent
Krekel Oma Tim en Jack
Zijn allemaal doornat
Maar spelen in de plassen
Dat word je echt nooit zat

Verhaal 22 Lawaaimakers

Oma is in de tuin de blaadjes aan het opruimen met de bladblazer. Omdat dat ding veel lawaai maakt heeft ze dopjes in haar oren. Of dat zo verstandig is??

Lawaaimakers

Oma die is buiten 
Heel hard aan het fluiten
Ze is blaadjes aan het blazen
Die van de boom gevallen zijn

Van die blaadjes in de wind
Die zo prachtig dwarrelen
Door elkaar heen warrelen
Daar wordt ze vrolijk van

Ze heeft dopjes in haar oren
Tegen het geluid
Maar met die drie alleen in huis
Is dat een wijs besluit?

Mijnheer Jack en Tim en Krekel
Hebben een strak plan
Ze gaan herrie maken
Daar kunnen ze wat van

Ze slepen alle potten
En alle pannen bij elkaar
Met grote houten lepels
Is het drummen maar

En Mijnheer Krekel 
Slaat op de tamboerijn
Het geluid van belletjes 
Dat vindt hij reuze fijn

Broertje Tim doet flap flap flap
In zijn kinderstoel
Slaat het ritme in zijn pap
Dat wordt een kliederboel

Oma die is buiten klaar
En zonder dopjes in haar oren
Kan ze hun gedrum
Zelfs buiten heel goed horen

Wat is dat voor een lawaai
Ojee dat zijn die twee
Ook mijnheer Krekel
Doet als altijd lekker mee

Jongens jongens wat is dit
Wat een kliederzooi
Daar staat een emmer vol met sop
Ruim alles zelf op

Samen gingen ze aan de slag
Op het ritme van de Tamboerijn
Samen poetsen op muziek
Is eigenlijk knetter fijn

Ook de potten en de pannen
Alles is keurig opgeruimd
Toen lachte oma vrolijk
Ze was weer goed geluimd