Naar het museum - Schelpen zoeken
Verhaal 8 Naar het museum
Mijnheer Jack gaat met Oma en Broertje Tim naar het museum van Ko-Nijntje in Joutrecht. Uiteindelijk gaan ook Heer Krekel en Oom Ed en zijn Katrien mee.
Naar het museum
Mijnheer Jack, vraagt Heer Krekel
U bent er morgen niet
Waar gaat u heen zo zonder mij
Dat doet mij best verdriet
Ik ga naar het museum
Van Ko-Nijntje het konijn
Dan ga ik met Oma
Naar Joutrecht met de trein
Maar zeg, maar zeg, maar zeg
Waarom gaat u zóver weg
Daarachter bij de heg
Wonen konijnen in het echt
Daar woont Konijn Oom Ed
Met zijn vrouw Katrien
En hun twintig kinderen
Alles konijnen zo te zien
Riep iemand ons vroeg Oom Ed
Wij lagen nog in bed
Gisteren is het laat geweest
We hadden namelijk feest
Nou zegt Mijnheer Krekel
Mijnheer Jack gaat naar 'n museleeum
In dat museleeum
Woont Ko-Nijntje het konijn
Wij willen ook, wij willen ook
Naar dat musedingens
Waarom is dat nooit verteld
Onze familie heeft een held!
Eerst ga ik oma vragen
Hoe we Oom Ed en zijn Katrien
Het museum binnen dragen
Oma zei, natuurlijk schat
Ik stop ze in een tas
Onder in Broertje Tim zijn wagen
Hoef ik ze niet te dragen
En Heer Krekel gaat als altijd
Lekker met ons mee
In het museum
Daar was het een groot feest
Ze zagen dat Ko-Nijntje
Te gekke avonturen heeft beleefd
En nu naar huis
Het museum sluit
Zei de baas van het museum
Dag lieve Konijntjes
Dag lieve Mijnheer Jack
Dag lieve Mijnheer Krekel
Dag slapend broertje Tim
Kom eens met zijn allen
Gezellig op de thee
En Oom Ed en Katrien
Breng alle kinderen mee
Op weg naar huis
Snurkt Mijnheer Krekel luid
En eindelijk wakker broertje Tim
Maakt spelend veel geluid
verhaal 9 Schelpen zoeken
Ze gaan met z´n allen een dagje naar het strand. Na lang in de file gestaan te hebben komen ze er eindelijk aan. Mijnheer Krekel windt zich op maar het wordt toch een fijne dag.
Schelpen zoeken
Zo,
zo puft Oma
Eindelijk
op het strand
Dat
was een lange file zeg
Daar
was wat aan de hand
Zwembroek
aan en petje op
Zonnebrand
en bandjes om
Schepjes
en emmertjes
Klaar
voor een dagje zon
Ze
groeven gaten in het zand
Bouwden
zandkastelen
Gingen
met hun emmertjes
In het water spelen
Van
wie is dit vraagt Heer Krekel
Hij
laat een schelp zien
Er
liggen er heel veel
Er
liggen er wel tien
Dat
is van een diertje
Dat
woont daar in de zee
Als
die gaan verhuizen
Nemen
ze niets mee
De golven van de zee
Nemen de schelpjes mee
Gooien die dan op het strand
Bij
ons hier op het zand
Ga
weg, ga weg, ga weg
Dat
is slordig zeg
Waarom
stoppen ze hun troep
Niet
in een grote zak
En
gooien die dan net als wij
In
de prullenbak
Zo
wordt het op het strand
Een
hele grote zooi
En
dat vind ik echt
Van
die diertjes niet zo mooi
Maar mijnheer Krekel
Schelpjes zijn geen zooi
Ze maken alles mooi
Daarom lacht ieder kind
Als het een schelpje vindt
Kijk
nou mijnheer Krekel
Kijk
nou even goed
Hij zet snel op Krekels kop
Een
schelp als hoge hoed
Dat
staat u goed
Zo´n
hoge hoed
We
gaan schelpjes zoeken
Voor
iedere dag een nieuwe hoed
Vindt
u dat wel goed?
Kom,
zegt Oma het is tijd
Om
naar huis te gaan
Ik
wil niet weer zoals daarnet
In
de file staan
Zo
gaan ze naar huis
Met
een zak vol schelpen
Voor
elke dag een nieuwe hoed
En
een verbrande toet