De moraal / Gewoon dom
De moraal
Ik wilde een stekje stelen
Uit het schitterende park
Een klein gratis souvenirtje
Dat het thuis ook goed zou
doen
Het muurtje dat ons scheidde
Had ik lager ingeschat
Belandde daarom haast
Tussen de bloemen in het park
Toen ik schielijk afdroop
Keek of niemand het had
gezien
Schoot me de moraal te binnen
Van een stichtelijk oud
gedicht
Klein, klein kleutertje
Wat doe je in mijn hof
Je plukt er alle bloempjes a
Oh mijn lief mamaatje
Zeg het niet tegen papaatje
Ik zal zoet naar huis toe
gaan
En de bloemetjes laten staan
De moraal: Je houdt nooit op kleuter te
zijn
Gewoon dom nr. 1
Als je jezelf net opnieuwMet zonnebrandolie hebt ingevet
Niet op de windrichting letten
En het zand van je handdoek kloppen
Gewoon dom nr. 2
Tegen je twee zoons zeggen
Dat ze naar huis moeten
Net op het moment
Dat hun vliegtuig van zand
Het strand wil verlaten
Op weg naar het avontuurlijke
eiland
Dat hen al dagen roept
Gewoon dom nr. 3
Een vlieg dood willen slaan
Op je eigen verbrande buik
Gewoon dom nr. 4
Een sigaret roken op het
strand
En uit gewoonte de peuk
uittrappen