Verhaal 165 Kukel de Haan

De nieuwe kukelhaan bij Sjonnie de Pony in de wei kukelt iedereen heel vroeg wakker. Beesten zijn nu eenmaal vroeger wakker dan mensen. Mijnheer Krekel gaat eens met hem praten en gelukkig komt er een oplossing.

Kukel de Haan

Ze lopen allemaal te gapen
Al dagen hebben ze veel te kort geslapen
Om vijf uur 's morgens kukelt de nieuwe haan
Dan is het met slapen helemaal gedaan

Oma, zegt Heer Krekel
Terwijl hij slaperig met zijn koekje speelt
Als dit nog even zo doorgaat
Wordt het me allemaal te veel

Ik slaap maar een paar uur
Dan word ik wakker net als Beste Buur
Om vijf uur gaan bij haar de gordijnen open
En zie ik haar gapend met Flosje buiten lopen

Nou gaapt Broertje Tim
Ik slaap zelfs tijdens voetbal in
Ik blijf zo maar ergens staan
En Kukel de Haan heeft dat gedaan

Ook Mijnheer Jack en Vrouwe meisje
Sjonnie de Pony en Draakje Draak
Vallen om van de gigantisch grote slaap
Het wordt tijd dat iemand met Heer Kukel praat

Zo, zegt Mijnheer Krekel wie gaat er met me mee
En hij neemt nog een slokje van zijn thee
Ik, ik, ik roepen ze allemaal
Kom, zegt hij op naar die geluidsvandaal

Mijnheer Kukel, vraagt Heer Krekel heeft u tijd
Want wij willen eventjes iets kwijt
Natuurlijk, zegt Heer Kukel vertel maar wat er is
Zeg maar beste Mijnheer Krekel wat is er mis

U kukelt, legt Heer Krekel uit, iedere vroege morgen
Zo prachtig en zonder zorgen
Maar helaas zoals het gaat
Krijgen wij te weinig slaap
Hij besluit zijn uitleg met een grote gaap

Weet u Mijnheer Krekel en Mijnheer Jack
Dit is ook zo'n mooie plek
Ik moet wel kukelen van plezier
Want ik ben zo gelukkig hier

Vroeger zat ik in een hok
In mijn eentje op een stok
Er liepen geen kippen om me heen
Ik zat daar helemaal alleen

Dus iedere morgen als de zon op gaat
En ik zie wat er mijn weitje staat
Dan moet ik wel kukelen van plezier
Dan ben ik hier het gelukkigste dier

Lieve Mijnheer Kukel wij hebben een idee
Daarom brengen wij een wekker voor u mee
Wilt u er svp voor zorgen
Dat u iedere morgen
Pas kukelt als de wekker gaat
Zodat iedereen op mensentijd op staat

Natuurlijk, kukelt Mijnheer Kukel doe ik mee
Dan kukel ik voor de zekerheid voor twee
Zodat iedereen weet Kukel de Haan is hier
En hij is echt het aller aller allergelukkigste dier

Zo zegt Heer Krekel terwijl hij tevreden in zijn pootjes wrijft
Het slaapprobleem dat zijn we kwijt
Mijnheer de Haan loop gezellig met ons mee
Dan drinken we bij Oma een lekker kopje thee

Zie ze daar met zijn allen gaan
Kukel loopt parmantig helemaal vooraan
Vandaag is hij dubbel zo blij
Want ineens heeft hij er nieuwe vrienden bij 

Verhaal 166 Mijnheer Jack de onzichtbare

Mijnheer Jack heeft vanuit zijn slaapkamer een vallende ster gezien. Dan mag je een wens doen. Zijn wens is een dag onzichtbaar zijn dan kun je van alles doen en niemand weet dat jij het deed. Maar is dat wel zo fijn?

Mijnheer Jack de onzichtbare

Oma, zegt Heer Jack
Gisteren keek ik uit mijn raam
En toen zag ik hier ver vandaan
Een kleine vallende ster

Toen heb ik snel een wens gedaan
Vandaag zal ik onzichtbaar zijn
Want onzichtbaar zijn is fijn

Mijnheer Jack, verwondert Oma zich
Ik hoor alleen uw stem het is net
Of u zelf ergens anders bent

Heer Krekel, vraagt ze, hebt u Heer Jack gezien
Nee, zegt Heer Krekel ook niet gehoord bovendien
Wij ook niet roepen de andere twee
En zo spelen ze allemaal Jacks spelletje mee

Oma, roept Heer Krekel dit is gemeen
Waar gaan al mijn koekjes heen
Au roept Broertje Tim, Oma groot alarm
Er knijpt iets zomaar in mijn arm

Wie heeft mijn voetbal verstopt
Wie heeft Draakje Draak gefopt
Wie heeft Opa's hamer weggepakt
Wie stopte Flosje haar brokjes in zijn zak

Mijnheer Jack lacht om alles wat hij doet
Om Heer Krekel zijn verbaasde snoet
Onzichtbaar zijn bevalt best goed

Nou zegt Broertje Tim
Ik heb eigenlijk heel veel zin
Om te gaan zitten kleuren
Oma, zet u dan een lekker kopje thee

Oma, vraagt Heer Krekel
Oomaoma bracht gisteren toch taartjes mee
Mag ik er vandaag dan twee
Dan neem ik die van Heer Jack straks mee
En heb ik iets lekkers voor bij de tv

Nu kijkt Heer Jack een beetje sip
Verhip hij houdt van kleuren
En over taartjes bij de thee
Hoor je hem niet zeuren

Maar als je zelf onzichtbaar bent
Dan doe je hier dus niet aan mee
Oma, fluistert Heer Jack in haar oor
Onzichtbaar zijn is helemaal niet fijn hoor

Hoe zorg ik dat de anderen mij weer zien
Doe maar na zegt Oma een twee negen tien
De anderen kunnen mij weer zien

Hé Mijnheer Jack roept Broertje Tim
Waar komt u ineens vandaan
Wat een geluk gniffelt Vrouwe Meisje
Dat we uw thee en taartje hebben laten staan

Ze vallen lachend met zijn allen
Op de chocoladetaartjes van Omaoma aan
En de verdwenen voetbal de brokjes en de hamer
Lagen zomaar ineens op de tafel in de kamer