verhaal 12 Kermis in het dorp

De kermis is in het dorp aangekomen. Mijnheer Krekel en Mijnheer Jack gaan een middag naar de kermis. Mijnheer Krekel praat zo hard dat iedereen hem kan horen, zou hij zich nu verraden hebben?

Kermis in het dorp

Kom Mijnheer Krekel het is kermis in het dorp
Wat is ker mis, is er iets mis gegaan
Nee, kermis is een heel groot feest
En zo te horen bent u er nooit geweest

Stap maar in mijn jaszak
Daar zit een heel klein gaatje
In dat rechtse naadje
Waardoor u kijken kunt
Niemand kan u zien
U zit daar veilig bovendien

Op naar de Kermis
Naar het draaiend paard
Dat beest gaat hard
Dat paard heeft echt veel vaart

En ze draaien en ze zwieren
Tot hun hoofd een beetje tolt
Dan eten ze een suikerspin
Krekel vindt dat een raar ding

Dan roept Krekel au, au, au
Mijnheer Krekel wat is er nou
Die harde muziek
Doet pijn aan mijn oren
Morgen zal ik denk ik
Niets meer kunnen horen

Oh roept mijnheer Jack
Ik snap wel wat u zegt
Hij geeft hem watten proppen
Om zijn oren dicht te stoppen

Wat fijn, wat fijn, wat fijn
Nu doet het niet meer pijn
Nu is het grote gein
Om op de kermis te zijn

Mijnheer Krekel kan niet horen
Door de watten in zijn oren
Hoe hard hij aan het praten was
In de zak van Mijnheer Jack zijn jas

De baas van de muziek
Zette de muziek maar uit
Want zelfs zijn hardste geluid
Kwam niet meer boven Krekel uit

Alle kinderen blijven staan
Kijken de geschrokken Jack eens aan
Ze roepen enthousiast in koor
Jack jij hebt een supervette gave jas hoor

Een jas die tsjirpen kan
Hoe kom je daar nu an
Oma heeft die voor mij genaaid
En met krekeltjes en muziek verfraaid

Duw je op een krekeltje

Dan hoor je tjierp tjierp
Duw je echter niet 
Dan hoor je geen  getjiep
Krekel had zich niet verraden
Door zijn roekeloze daden

Alleen Heer Jack, Broertje Tim en Oma
Kunnen zijn getjirp verstaan
En om dat te vieren
Zijn ze met zijn vieren
Luid tjirpend in de botsautootjes gegaan

verhaal 13 De brief

Krekel is erg bijgelovig en doet vandaag niet mee Krekel vraagt zich af wat een bij met gelovig te maken heeft. Mevrouw Schrijfster krijgt een brief via Oom Ed het konijn.

Beste Mevrouw Schrijfster

Het is vrijdag de 13de daarom blijf ik op mijn stoel zitten. Ik loop niet onder ladders door. Ik heb alle zwarte katten uit de buurt een brief geschreven en gevraagd om vandaag niet op de thee te komen. Ook heb ik de  spiegels op de grond gezet en goed ingepakt, want een kapotte spiegel brengt tien jaar ongeluk. Ja ik ben bijgelovig hoewel ik niet snap wat een bij hiermee te maken heeft. Maar kort samengevat Mijnheer Krekel doet vandaag niet mee.

Tot ziens en tot morgen. Veel plezier bij Oma waar u, zo hoorde ik van Mijnheer Jack, vanavond lekker gaat eten. Pas op dat u niet knoeit op dat mooie witte tafelkleed!

Met vriendelijke groeten,

Mijnheer Krekel