Haar gezicht
Haar gezicht
Ik zit in de tram
Hij rijdt een tunnel in
In het donkere raam tegenover mij
Zie ik hoeveel ik op mijn moeder lijk
Ik schrik
Niet uit angst
Meer uit vreugde
Want ik zie hoeveel er
Van haar in mij verder leeft
Dezelfde gerichte blik
Dezelfde rimpels
Dezelfde mond
Het beeld is weg
We zijn de tunnel uit
Even heeft ze zich laten zien
Even heeft ze laten zien
Hoeveel van haar
Nog in mij verder leeft