Een engel in een versleten bontjas. 


Hoe komen we hier ooit weer uit, vroegen mijn twee Duitse vriendinnen in het Duits aan mij. Geen idee, antwoordde ik en ik hoopte dat mijn Duits aangaf hoe ik mij voelde. We bevonden ons op een terrein met een verlaten fabriek, die aardig in verval geraakt was. We waren door een poortje naar binnen gekomen en hadden het bordje met Privatgrund mentaal volledig geblokkeerd. Het was zo'n mooi verlaten gebouw geweest, ideaal voor een paar troosteloze foto's. De foto's waren gemaakt en het werd tijd om door het poortje weer terug te gaan naar de legale stoep van Berlijn aan de andere kant van het hoge hek. Het te hoge hek, want toen we geconstateerd hadden dat de poort dicht zat, constateerden we ook dat we te oud waren om over dat hek te klimmen. De enige optie was om op zoek te gaan naar menselijk leven in het vervallen huis. Mijn jongste Duitse vriendin voelde aan de buitendeur en die bleek open te zijn. Na drie zachte klopjes op een deur op de tweede verdieping, begon een hond te blaffen. Oeps...wat voor een hond? Voor de zekerheid bleef ik onder aan de trap staan, zeg maar om een vluchtweg open te houden. Allerlei beelden schoten door de synapsen van mijn hersenen, vooral toen de stemmen en het geblaf ophielden. Maar mijn hersenen konden gerust zijn, ze kwamen gedrieën van de trap af, de hond, mijn Duitse vriendin en een oude dame. Die zag eruit als een engel, met grijs haar in een vlecht, een oude bontjas en kleurige slippers. Haar ogen echter maakten haar tot engel, ze straalden en waren nog zo jong. Om de een of andere reden stonden we elkaar allemaal te knuffelen, gewoon omdat het zo moest op dat moment. Wat kan de wereld toch simpel zijn, wij hadden een probleem en zij loste het op en we knuffelden vrolijk verder. Op weg naar het verlossende poortje vertelde ze haar verhalen, haar verhalen over haar verleden en haar verhalen over het heden. Twee stappen vooruit, een verhaal, drie stappen vooruit, weer een verhaal. Bij het poortje werd weer geknuffeld en werd weer hartelijk uitgenodigd om terug te komen, werd weer verzekerd dat dat zou gebeuren. Anna Christina, geen hoofdfiguur uit een bloedige film maar een mens met verhalen, een magisch mens met verhalen. Toen we buiten op de Berlijnse stoep stonden en wegliepen, heb ik niet meer omgekeken. Wat zou het jammer zijn als het toch een droom was geweest. Nu blijft het een plek, ergens in Berlijn, een plek waar je naar toe kunt als je even behoefte hebt aan de magie van Anna Christina, een engel in een versleten bontjas, met een grijze vlecht. 

© 2021 Vera Frieling Alle rechten voorbehouden. Copyright Vera Frieling
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.