Doe eens duidelijk

'Nou nou, stuk chagrijn,' riep ze me na. Ik had haar, een vrouw van middelbare leeftijd, driftig pratend en fietsend naast haar zus, gevraagd of ze de volgende keer achter haar zus wilde gaan fietsen zodat er voor iedereen ruimte genoeg overbleef. Dat doe ik op mijn docententoon, iedereen in het onderwijs kent die. Dat is een toon die appelleert aan de hersenstam, de instinctieve reacties, die reactie waar men in eerste instantie geen controle over heeft en doet wat er gezegd wordt, de vechten of vluchten reactie. Dat was hier ook en natuurlijk, ook dat weet je als docent, komt daarna het gemok, de aanval ter verdediging, hier in de vorm van het mij toegeroepen 'stuk chagrijn'. Je moet toch ergens je gram halen als je op een 'vergrijp' gewezen wordt. In een klas negeer ik dit, want iedere reactie mijnerzijds maakt de kracht van het eerste ongedaan.

Maar dit was geen klas en jammer voor haar was ik ook al jaren getraind in snelle en doeltreffende andere reacties en riep haar na 'Beter een levend stuk chagrijn dan een dood stuk naïef. Fijne dag verder.' Ja je moet altijd positief uit elkaar gaan toch. Daarna werd de letterlijke afstand tussen ons te groot.

'Doe eens lief' was vandaag even voorbij, tenminste als dit soort basisregels nog steeds niet in sommige grijze koppen zijn doorgedrongen, dan is het gewoon 'Doe eens duidelijk.' Een paar kilometer verder riep ik tegen de molenaar uit Megen, die aan het hardlopen was en er duidelijk even doorheen zat, dat hij vol moest houden. Hij stak zijn duim omhoog. Toen was ik weer lief, ik kan het wel, echt wel.



Net een hond

Het was maandag, mijn vrije dag en ik had besloten om een lange fietstocht te gaan maken, zo eentje tegen de extra kilo's. Boek mee, boterhammen gesmeerd, thee gezet en in mijn nieuwe isoleerfles gegoten en natuurlijk ook een gezond appeltje mee. Ik had buienradar gecheckt en gezien dat ik mijn weg iets moest verleggen. Door die wegverlegging kwam ik langs snackbar Wimke, het was al minstens veertien dagen geleden sinds mijn laatste frietje-met dus geen wonder dat ik automatisch geremd had en afgestapt was. 'En ik dacht het van niet!' mijn geweten sprak. Je moet slapende gewetens niet wakker maken maar dat van mij is net een hond, diep in slaap tot hij zijn etensbak hoort. Zo werkt mijn geweten ook, al heb ik nog niet precies kunnen achterhalen wat hem triggert, wat zijn gerammel met etensbak is.

'Nou dan steun ik toch de winkelier van hier, de lokale middenstand!' Ik kon het proberen. 'Het enige dat je steunt zijn jouw lokale vetreserves! Ik heb geen knagend geweten, want dan zou hij met een wortel tevreden zijn, ik heb een zagend geweten, zo'n rustig draaiende cirkelzaag. 'Een blikje cola?' 'Minstens acht suikerklontjes, en je hebt brood en thee bij je.' 'Maar misschien is de thee wel koud want de fles is nieuw.' 'Ja, en waarom wil je dan een koud blikje cola? Koud is koud.' Al mijn argumenten waren langzaam door de cirkelzaag tot kachelhout verwerkt. ' Nou, die extra kilo's fiets ik er toch af, want ik ga een lange tocht maken.' Terwijl ik het zei, hoorde ik de cirkelzaag op toeren komen, ik had verloren. De logica gebiedt mij om toe te geven dat je tijdens één rit niet twee keer extra kilo's kwijt kunt raken. Mijn geweten trok zich gniffelend terug. Wat haat ik die overwinnaars toon. Althans zo deed ik het voor, stiekem dacht ik aan het puddingbroodje dat diep onderin mijn fietstas verborgen zat. 'Dacht je dat ik dat niet wist...' 'Waarom ben jij net God, je weet altijd alles,' ontplofte ik. 'Omdat ik jouw geweten moet zijn, denk je dat ik daar om gevraagd heb?' Twee keer gedist in een zin, dat kwam aan. Maar ooit zou ik het van hem winnen, ooit! ' En, wat dan...?' klonk het en daarna was het stil.

Nawoord

Het broodje was heerlijk, de thee was warm, de zon scheen en het windje was prima maar maakte dat het verlies van een frietje-met goed? 'Hooguit het verlies van extra vet!' klonk het. 'Rot op!' En met deze toch ietwat irrationele argumentatie probeerde ik de waakhond die door het gerammel actief geworden was, weer stil te krijgen. Ooit zal ik het winnen, een mens moet hoop blijven houden, ooit.


© 2021 Vera Frieling Alle rechten voorbehouden. Copyright Vera Frieling
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.