De zomers uit mijn jeugd - Een plek in de polder

Twee seizoenen

Als kind

Verdeelde ik het jaar
In zomer en in winter
Te klein nog
Om te leven
Met de vaagheid
Van de rest


Dus de zomers
Uit mijn jeugd
Zijn de langste
Van mijn leven
Er was slechts
Één afspraak
Naar huis
Als de lantaarns
Branden gaan


In de winters
Van mijn jeugd
Lag er altijd
Meters sneeuw
Wollen winterwanten
Voelden voor mij de kou
Krompen in elkaar
Als zij zich warmden
Bij de haard


Toen na mijn laatste lange zomer
In mijn eerste koude winter
Mijn eigen handen samen krompen
Boven de warme haard
Wist ik dat ik 
Geen kind meer was

Een plek in de polder


Kom, dan neem ik je mee
Naar een plek in de polder
Waar je niets anders hoort
Dan de wind in je oren
En een vogel die krijst


De maïs op het veld
Kun je horen verdorren
Zo af en toe hoor je
Een schaap dat blaat


Heb je geluk
Dan hoor je
De klok
Van de nonnen
Uit het klooster
Waar de tijd
Stilletjes gaat


Als je goed kijkt
Dan hoor je het water
Dat door de pont
Aan de kant wordt geduwd


Kom, dan neem ik je mee
Naar een plek in de polder
Waar geen andere geluiden
Dan die van de polder bestaan


© 2021 Vera Frieling Alle rechten voorbehouden. Copyright Vera Frieling
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.