Net niet / Een heel andere / De mannen naast mij 

Net niet

Ja en als je hoogbegaafd blijkt te zijn, dan ga je drie avonden per week naar extra les. De jongen waartegen dit gezegd werd kon ik wel zien, zijn moeder die dit zei, zat met de rug naar mij toe. Ik had net mijn pizza besteld en zat, in de lege tijd tussen bestellen en het bestelde krijgen de mensen op het terras te bestuderen en stiekem mee te luisteren. De moeder trachtte haar zoon er van te overtuigen dat dit een uitgelezen kans was, zijn uitgelezen kans was, waarop werd niet ingevuld. Het enige dat nog tussen zijn uitgelezen kans en drie avonden extra les instond, was de stempel 'hoogbegaafd', zoals alles tegenwoordig na een onderzoek een stempel moet krijgen om te zijn wat het gewoon is.
Jij, hoogbegaafd! Alles aan haar lichaamshouding straalde een overmaat aan enthousiasme uit, een enthousiasme dat ik niet op het gezicht van de jongen terug zag. Daar zag ik iets anders, hij had zich de invulling van die drie avonden, zoals iedere puber, anders voorgesteld. Wanneer is die test vroeg hij. Over drie weken zei moeder. Nog drie weken mocht ze van hem geloven in de droom van een hoogbegaafde zoon. Over vier weken zou blijken dat hij het net niet was, dat hij net niet in aanmerking kwam voor die extra studieavonden, net niet. Dat 'net niet' was zijn invulling van de uitgelezen kans die hem voor werd geboden. Dat 'net niet' zorgde er de komende jaren voor dat hij drie avonden per week kon doen wat hij wilde en die universiteit, ach, daar draaide hij zijn hand niet voor om maar nu extra avonden studeren... hij dacht het van net niet.

Een heel andere

Het is zondagmorgen en ik ben vroeg mijn bed uitgekomen om met de trein naar Den Haag te gaan. Dat vroeg was niet alleen om veel tijd te hebben in Den Haag en Scheveningen maar ook om rustig te kunnen reizen. Dat rustig werd meteen om zeep geholpen. In de trein zaten moeders en tienerdochters bij de vleet. Ze waren allemaal op weg naar het Tina-festival in Duinrell. Zo te zien was dat een goede vooropleiding voor latere bezoeken aan de huishoudbeurs.
Kinderen zijn kinderen en die kun je niet kwalijk nemen dat ze luidruchtig op weg zijn naar het voor hen op deze dag beloofde land. Maar wat doe je met moeders die hun dochters oproepen om in een treincoupé het dansje nog een keer te oefenen? Ja wat doe je daar mee? Vijf gepaardestaarte meiden staan in het gangpad te hupsen, zeer geconcentreerd en gedreven. Als ze klaar zijn, giebelen ze weer gewoon zoals het hoort en de moeders roepen giechelend door de coupé dat ze net echte tienermeiden zijn. Moeders dit zijn tienermeiden, jullie hebben ze zelf gebaard, dus jullie weten hoe oud ze zijn!
Op hoofdstation Den Haag scheiden onze wegen, zij in grote groepen naar het Tina-festival en ik in mijn uppie naar het museum. Deze treintocht vraagt om eieren met spek!
Op het zonnige terras van het museum, wordt mijn rust weer verstoord door een groep vrouwen van iets minder dan mijn leeftijd (die groep wordt steeds groter) die met z'n allen moeten beslissen of ze wel of geen slagroom willen bij de appeltaart. Al giechelend beslissen ze als groep dat ze zich vandaag iets extra's mogen gunnen, het is zo'n mooi weer! In gedachten noem ik dit de Libelle generatie, de lieve Lola generatie.
Een andere groep vrouwen (de Opzij-vrouwen) heeft het, zonder giechelen deze keer, over de voordelen van het niet hebben van een partner maar het wel hebben van een hond.
Ja medevrouwen het is zondagmorgen en hoewel ik ook vrouw ben, vraag ik me echt af wat voor een mensensoort we toch eigenlijk soms zijn, soms snap ik zelfs niets van onszelf. Maar ja, misschien komt het omdat ik van de Donald Duck generatie ben de Kwik, Kwek en Kwak en oom Dagobert generatie en dat is een heel andere dan de Tina generatie of de Opzij, Libelle generatie, een heel andere, geloof me maar. Ik ben van de generatie die het snelst bij de brievenbus wilde zijn om de nieuwe Donald Duck voor de neus van iedereen weg te snaaien en dan met een snoekduik het toilet te bereiken waar je, na de deur met een zucht op slot gedaan te hebben, al zittend op de bril alle tijd had om het blad te lezen. De Donald Duck generatie, de vechters, de gehaaiden, de strategen, de doelgerichte, de .... geloof me maar een heel andere generatie.


De mannen naast mij

Ze hebben duidelijk een mannenweekend, de mannen aan de lange tafel naast mij. Ze zijn halverwege de veertig en drinken bier, dat hoort bij zo'n mannenuitje. Verder is het akelig stil. Geen schuine moppen, geen sterke verhalen over voetbal, geen net op het randje opmerking over iemands baas, geen luidruchtige conversatie, het is stil. Allen zijn ze verdiept in de ontegenzeglijke belangrijke informatie die hun IPhone hun leven in stuurt, hun leven bestuurt en de gezelligheid in deze groep regelt maar vooral ontregelt.
Ik wil bijna op ze afstappen en vragen om één schuine mop, één sterk verhaal en één niet-kunnende opmerking, alsjeblieft mannen bewijs dat de wereld nog gewoon kan zijn en bij elkaar zijn ook gewoon bij elkaar kan zijn, alsjeblieft mannen ééntje maar.
De ober haalt de lege borden en glazen weg, de tafel is weer IPhoneveilig. Automatisch grijp ik naar mijn op tafel liggende Phone als ik een ping hoor. 'Ook gij Brutus?' hoor ik in mijn hoofd. Ik stop geschrokken mijn Phone weg, hoewel ik hier alleen zit te eten wil ik geen Brutus zijn, die een digitaal mes in de rug van de communicatie steekt. Dus vertel ik de ober die het komt vragen, uitgebreid dat de pizza erg lekker is, ook de tweede ober die dezelfde vraag stelt, sta ik glimlachend te woord, in alle rust en niet tussen twee swipes door.
Ik loop naar buiten, na betaald te hebben, en ik hoor de mannen aan de lange tafel lachen... ik zucht, opgelucht en loop glimlachend de koude stad in.

© 2021 Vera Frieling Alle rechten voorbehouden. Copyright Vera Frieling
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.