Niet tarten // Wimke revisited

Niet tarten

Er was nog plek genoeg op het terras dus zocht ik, met mijn beker koffie in de hand, een plekje uit. Dit had ik gemist, nee niet zoals heel Nederland scheen te hunkeren naar een terras, maar dit had ik op mijn manier gemist. Zou ik het nog kunnen, kijkend naar de mensen die naast mij zaten of die voorbijliepen, een verhaal onderscheppen? Zou ik het nog kunnen om dat verhaal ook vorm te geven, door allerlei lockdowns, anderhalve maatregelen, besmettingsrisico's was ik aardig uit training. Een verhaal onderscheppen vergt focus en een ruime bik, een aardige paradox maar wel waar. Een verhaal is als de mooiste zeepbel uit je bellenblaas, die je als kind met je handen wilt opvangen. Benader je hem verkeerd dan klapt hij en heb je alleen natte handen. Zou ik het nog kunnen? En toen liep ze zo maar mijn blikveld binnen en onderbrak mijn gemijmer. Oma droeg haar kleinkind in een draagdoek op de buik. Wat een liefelijk en intiem gezicht. Maar iedereen die de bestrating van het Osse centrum kent, zou hier toch zijn bedenkingen bij hebben. Niet bij de draagdoek maar wel bij de tien centimeter hoge hakken waarop oma dit kostbare geschenk transporteerde. Hier in Oss, waar iedere hak boven de twee centimeter al spelen met het geluk van je enkels betekent, is dit het lot tarten. Je kon het beter met de bende van Oss aan de stok hebben gehad dan met onze centrumbestrating, om het voor de niet-Ossenaar even duidelijk te maken. Oma was niet van hier of ze had gedacht dat ze nu dan wel oma was maar dat dat niet betekende dat ze haar hakken aan de wilgen ging hangen. Zonder aarzeling stapte ze verder en daardoor liep ze mijn blikveld weer uit. Mijn koffie was op en ik moest terug naar huis, lopend, voor alle zekerheid trok ik de veters van mijn stevige hoge wandelschoenen toch iets strakker aan. Ik kende de gevaren en de nukken en de grillen van de steentjes die ons centrum bevolken. Ik kende de gaten en de kuilen en nam het zekere voor het onzekere. Toen ik opkeek, liep oma weer voorbij, nog steeds rechtop, nog steeds zonder zwikken, zonder van haar hakken vallen of voorover tuimelen en zeer belangrijk, nog steeds met een ongeschonden baby in een draagdoek op haar buik. Ik liep aan, keek naar mijn rode wandelschoenen en dacht, ze zijn in ieder geval hip van kleur. "Jou heb ik gezien," zei ik tegen een losliggende steen en liep er op mijn manier sierlijk omheen. Ik realiseerde me dat oma niet eens naar de vloer gekeken had, ze keek stralend recht voor zich uit. Misschien is dat de truck, niet naar beneden kijken maar gewoon vooruit. De volgende keer maar eens proberen, zonder leenbaby, dat kan altijd nog een keer, je moet het lot niet al te zeer tarten toch?

Wimke revisited vrouwenlogica


Ik zit na maanden lockdown weer bij Wimke op het terras, te schuilen voor de regen. Een echtpaar van middelbare leeftijd met hondje en alle drie met een redelijk overgewicht komen hier ook schuilen. 'Luste wâ?, vraagt de man.'Hoe laat is het?' vraagt ze terug. 'Bijna één uur,' antwoordt hij.' Dan doe maar een frietje mêt en een frikadel speciaal.' Het verband tussen de bestelling en het tijdstip ontgaat mij maar er zal beslist een verband zijn. 'En iets te drinken?'' Doe maar water, van de rest van da grei worde zo dik.' Dit is vrouwenlogica, het eerste deel van de bestelling bulkt van de calorieën, de koolhydraten, de vetten en al dat andere ongezonde grei maar van cola word je dik dus dan bestel je calorievrij water. Ik, zelf vrouw, zal onze logica, hoewel ik het zelf ook gebruik, wel nooit snappen en doorgronden ben ik bang en dan verwachten we dat mannen ons snappen. Ook dat is vrouwenlogica bij uitstek of gewoon een utopie. 

© 2021 Vera Frieling Alle rechten voorbehouden. Copyright Vera Frieling
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.