Voor de rijken / Misschien / Innig tevreden
Voor de rijken
'Dit is de afdeling voor de rijken,' grapte de conducteur tegen de illegaal in de eerste klas reizende beste-reizigers, want dames en heren mocht in 2018 ineens niet meer. 'Voor de rijken,' dacht ik, nou ik heb me nooit bij die groep ingedeeld, maar volgens de conducteur die mijn kaartjes controleerde, was dat wel zo, ik mocht blijven zitten. Ik zat hier legaal vanwege een upgradekaartje dat ik van een vriend had gekregen. Terwijl de illegale-beste-reizigers naar de tweede klas stommelden waar ze thuishoorden, kon ik nog net de neiging onderdrukken om ook aan te lopen uit een gevoel van sociale solidariteit. Rijk, nou nee, ik verdien aardig maar rijk! Hoewel, ik had het kaartje van een vriend gekregen, die eraan gedacht had dat ik het misschien kon gebruiken en die het meegenomen had en aan mij gegeven had. Het kaartje had al een hele reis afgelegd voor het in mijn bezit kwam. Eigenlijk was ik dus rijk, rijk omdat iemand dat voor mij gedaan had, rijk door vriendschap. Ja, ik zat hier dus eigenlijk terecht, hier in deze coupé voor de rijken dezer aarde.
Misschien
Hebt u dat nou ook, dat je
het gevoel hebt dat iemand afkeurend naar je zit te kijken? Nou, ik voelde het
heel sterk hier in het restaurant van het Van Gogh dat heel creatief Le
Tambourin is genoemd.
Ik had net heerlijk, ongegeneerd een stuk brood in mijn tomatensoep gedoopt en
bracht dit doopsel omzichtig naar mijn mond. Zij en haar zoontje zaten naar mij
te niet-kijken. Ook dat kent u natuurlijk, net doen of je niet kijkt maar
stiekem niets missen van wat er gebeurt. Waarom ik
hun blik getrokken had, wist ik niet. Misschien had het ventje mij nagedaan, ik
weet het niet maar dit mocht dus niet, je mocht geen brood in de soep dopen!
Nou houd ik er niet van om als levend lesmateriaal gebruikt te worden, dat
voelt toch een beetje of je het lijk bent in de Anatomische les van dokter
Tulp. En hoewel het kerstmis was, verlieten alle serene gedachten aan een
eeuwige vrede op aarde mij vrij snel. Maar ik doopte rustig verder tot het
moment dat mijn brood op was maar de soep niet. Ik pakte zeer beheerst mijn kom
op samen met mijn lepel. Iedereen die wel eens een lepel tomatensoep voorbij
een wit T- shirt heeft trachten te laveren weet dat het heel slim is om de
afstand tussen kom en lepel aan de ene kant en je mond aan de andere kant zo
kort mogelijk te houden. Doe je dat niet dan is het resultaat onuitwisbare rode
vlekken! Maar natuurlijk mag het niet, de kop hoort op tafel en de lepel legt
die afstand beheerst af, daar is hij lepel voor.
Mijn soep was op, mijn koffie ook en mijn brood,
zoals u al weet, was al op. Ik pakte het dienblad met kop, kop en lepel en liep
naar de afruimcontainer. Nog steeds werd er niet-kijkend naar mij gekeken, ook
toen ik langs hen liep, het levende lesmateriaal deed vandaag tenminste nog
iets goed, rommel opruimen. Zachtjes Stille nacht heilige nacht neuriënd
verliet ik Le Tambourin. Het klonk meer als een bezweringsformule want mijn
serene heilige gedachten waren nog niet terug. Misschien dat die vandaag nog
terug zouden komen, gedachten over een eeuwige vrede op aarde, misschien, je
weet maar nooit, misschien ooit.
Innig tevreden
Ik had net mijn cappuccino
gekregen en mijn uitsmijter bacon op wit brood besteld. Innig tevreden met mijn
kleine leventje zat ik op het in iedere stad verplichte wintervermaak te
kijken, de ijsbaan. 'Ja maar daar leg ik mijn kind niet in!' zei mijn buurvrouw
net iets te hard. Mijn blik volgde haar wijzende vinger en ik zag een moeder
met een bruine kinderwagen mijn restaurantje binnenkomen. Haar opmerking ging
duidelijk over de kinderwagen in combinatie met haar
eigen tweede kind dat in de maak was, duidelijk al gemaakt was maar nog een
maandje over vier nodig had.
Zelf ben ik nooit zwanger geweest, heb ook geen
kind in kinderwagens gelegd en heb me dus nooit in die materie verdiept. De
enige kinderwagen die ik ken, van foto's dan, was degene waar ik in gelegen
heb. Kleur, aangezien er toen alleen nog zwart wit foto's gemaakt werden, geen
idee, ik denk zwart en met van die sierlijke glimmende bladveren aan de
buitenkant. Ik was nummer drie die daar in heeft gelegen. Zo'n ding kocht je
toen voor alle nog te baren kinderen en niet zoals mijn buurvrouw deed voor
ieder kind een andere.
Dat ding, spreek het vooral zeer misprijzend uit,
leek mij een zeer degelijk babyvervoermiddel. Het was geen veilingkistje op
wielen, geen tenenmandje, nee gewoon een degelijk ding in een ietwat uit de
mode zijnde kleur bruin.
Nee, haar kind kreeg er een met supervering, ik
wist niet dat die bestonden, haar kind moest comfortabel liggen en vooral geen
rugklachtjes krijgen. Ze loste even heel snel het ontstaan van mijn rugklachten
op, een slechte kinderwagen!
De vrouw met 'het ding' liep samen met haar kroost
naar buiten, duidelijk alleen even wezen plassen. De termen vlotjong en
platjong, jaren geleden door een Bosschenaar aan mij uitgelegd, schoten me te
binnen, vlot liep, plat lag. Innig tevreden poetste ze een neus, wees op een
losse schoenveter en duwde ze 'het ding' voort.
Innig tevreden stortte ik me op mijn uitsmijter en
ik hoop voor mijn buurvrouw dat, als de zwangerschapshormonen uitgewerkt zijn,
ze ook innig tevreden kan zijn met haar superverende wagen en haar kind. Laten
we er maar vanuit gaan dat het allemaal simpelweg door de hormonen komt.